Met de nieuwe WAB – Wet Arbeidsmarkt in Balans – krijgt de flexwerkbranche te maken met nieuwe regelingen, onder andere wat betreft pensioen. Wat speelt er?
Pensioen is een complexe zaak. Niet voor niets kent Nederland hoogleraren die zich met de werking en inrichting van het pensioen bezighouden en er zijn zelfs bureaus gespecialiseerd in het communiceren van het onderwerp. Feit is dat de overheid momenteel werkt aan een nieuwe wet, Arbeidsmarkt in Balans of WAB. De WAB is bedoeld om werkgevers te motiveren om werknemers sneller een contract aan te bieden en minder snel via een uitzend- of payrollconstructie te werken. Een van de zaken die daarbij worden aangepast, betreft de pensioenregeling.
Pensioen niet verplicht
In het geval van een payrollconstructie is het payrollbedrijf de formele werkgever en als zodanig verantwoordelijk voor bijvoorbeeld de uitbetaling van het salaris en werkgeverslasten. Volgens de Nederlandse wet is een werkgever niet verplicht om een pensioenvoorziening voor werknemers te treffen, tenzij er sprake is van een BPF (Bedrijfstak Pensioenfonds). Voor uitzendkrachten geldt dat hij of zij pensioen opbouwt vanaf de leeftijd van 21 jaar én minstens 26 weken heeft gewerkt voor hetzelfde uitzendbureau. Als de uitzendkracht voldoet aan deze eisen, dient het uitzendbureau de uitzendkracht aan te melden bij pensioenfonds StiPP.
Apart ontwerpbesluit
De nieuwe WAB heeft speciale aandacht voor werknemers die via een payrollbedrijf werken: zij krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij het inlenend bedrijf. Voor het pensioen heeft de minister een apart ontwerpbesluit gepresenteerd. Over een verplichte pensioenregeling, zoals de minister graag wil, woedt inmiddels een flinke discussie. Werkgeversorganisaties bijvoorbeeld stellen de een verplichte pensioenregeling haaks staat op de onderhandelingsvrijheid van werkgevers en vakbonden. Bovendien voorzien zij een berg aan uitvoeringsproblemen. Desalniettemin hoopt minister Koolmees dat werkgevers in de payrollbranche in sectorverband of afzonderlijk een adequate pensioenregeling voor hun werknemers gaan treffen. Dat vermindert “oneerlijke concurrentie” en helpt payrollers een beter pensioen op te bouwen.
Flexwerk blijft nodig
Linksom of rechtsom: uitzendorganisaties en payrollbedrijven voorzien in een enorme behoefte. Voor veel branches (land- en tuinbouw, horeca) is het bovendien niet handig om mensen in vaste dienst te hebben, omdat de hoeveelheid werk en benodigde mensen per seizoen sterk kan verschillen. Hoewel de minister streeft naar afname van het aantal mensen dat via een uitzendbureau of payrollbedrijf aan het werk is en met de WAB bedrijven wil motiveren om meer mensen een vast contract aan te bieden, blijven de diensten van flexwerkers absoluut noodzakelijk. Met of zonder pensioenregeling.