De afgelopen twee jaar is het aantal migranten alleen maar verder toegenomen, maar de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) meldt een tekort van 100.000 woonplekken.
Nederland telt momenteel zo’n 500.000 arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. De afgelopen twee jaar is het aantal migranten alleen maar verder toegenomen en ze zijn voor de Nederlandse economie inmiddels onmisbaar. Ze werken in de logistieke en landbouwsector, maar ook in toenemende mate in de zorg, bouw en het toerisme. Al deze mensen willen graag in Nederland wonen en zo ontstaat een uitdaging. Een grote uitdaging, want er zijn veel mensen in Nederland op zoek naar passende woonruimte. Uitzendbureaus in Limburg schatten het tekort nu al op zo’n 27.500 bedden in de provincie. In 2025 zal dat tekort zijn opgelopen tot 70.000; er zijn dan zo’n 100.000 arbeidsmigranten nodig om de economie in Limburg draaiende te houden. Uit andere delen van het land klinken soortgelijke geluiden.
Groot tekort aan woonruimte voor arbeidsmigranten
Veel arbeidsmigranten werken via een uitzendbureau en het is dan ook vanuit deze sector dat een beroep op de politiek wordt gedaan om te zorgen voor meer huisvesting voor arbeidsmigranten. De Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) meldt een tekort van 100.000 woonplekken. Als dat tekort niet wordt ingevuld, zal de economische groei in sommige regio’s hoogstwaarschijnlijk geremd worden. Al in 2012 werden afspraken gemaakt om dit aantal woonplekken te realiseren, maar momenteel is nog maar een derde daarvan werkelijk gebouwd. Er zijn zeker ook gemeenten die het belang wel degelijk inzien en zij werken samen met de brancheverenigingen samen om het tekort in hun regio op te lossen.
Overheid, kom in actie!
Over het algemeen ontbreekt bij de politiek echter het inzicht om daadwerkelijk iets aan deze problematiek te doen. In een enkele gemeente worden vergunningen voor tien jaar afgegeven, waarmee op korte termijn in ieder geval iets kan gebeuren. Het is een druppel op een gloeiende plaat, maar iets is beter dan niets. Dergelijke initiatieven zijn zeker belangrijk, maar het streven blijft een structurele oplossing. Anders gezegd: de landelijke overheid doet er goed aan om algemene regels op te stellen en te bepalen hoe een en ander goed gefaciliteerd kan worden. Er is nu veel ‘wildgroei’ om maar in de behoefte te kunnen voorzien, terwijl juist nu de behoefte aan duidelijkheid én daadkracht groot is.